Teaser Kederan XXXVII (37) – “Breaking Bonds” – Deel 2

Een imposant gevaarte dat tussen het bladerdek van alle bomen om zich heen breekt en ver boven alles heen torent. Door de bladeren en langs de takken zijn acht verschillende kleuren energie te zien. Iedere beweging van deze energiestromen gedraagt zich anders, van de ordelijke en efficiënte stroming van het goud-fonkelende licht, tot de impulsieve en willekeurige beweging van de zilveren kleur die her en der verschijnt en verdwijnt.

Zelfs op deze afstand is het een immens wonder om te aanschouwen, nietwaar?

Met een instemmend geknik erkent de Dragonborn de woorden van zijn kompaan. Enkel de witte schubben in zijn gezicht zijn onbedekt en de ogen die daartussen zichtbaar zijn, spreken boekdelen over de zorgen die dit ‘wonder’ brengt. “Zeker, Titus. Maar laten we niet vergeten wat dat wonder huisvest. Het is goed dat jullie Nephilim-stammen zo trouw en snel gehoor hebben gegeven aan de oproep van de Goden om deze boom te verzegelen.

De handelaar en diplomaat wendt zijn blik af van de boom en richt zich tot zijn gesprekpartner. “Het blijft een zware taak, Draxus.” Titus’ uitdrukking, hoewel ondersteunt door zijn eigen bovennatuurlijke invloeden als Zorax-Nephilim, verduisterd lichtelijk in een grimas. “Zijne majesteit Saturnus Augustus Magnus van Aurum heeft al aangegeven het woud te willen helpen, maar niet de mogelijkheid heeft om de directe strijd met de Queen of the Fae te ondersteunen.

Draxus schudt zijn hoofd, maar voordat hij antwoord kan geven, klinkt de norse stem van de naderende Dark Dwarf. Gimdir, een van de andere leden van de Alatheanen, voegt zich bij het duo. “De acht bomen van de Goden staan nog sterk en de stammen houden onwrikbaar wacht over het welzijn ervan. Maar zij voelen dat de druk groeit. Het is tijd voor actie.

Dan wordt het tijd dat we plannen gaan bespreken. Nevynn wacht op ons.” Draxus haalt een touw lus los van zijn riem en neemt een stenen eikeltje uit de buidel. “Niet treuzelen, we hebben maar een paar seconden voordat het effect vervalt.” De Nephilim en Dwarf plaatsen beiden een arm op Draxus’ rug, waarna de Dragonborn het stenen voorwerp tegen de boom naast hen plaatst en enkele woorden uitspreekt. In minuscuul schrift lichten een reeks aan druïdische symbolen op. De barst van de boom lijkt open te splijten en een groen gekleurde energie trekt hen door de geopende barst naar binnen.

Hoewel het effect bijna ogenblikkelijk voorbij is, verschijnen de drie personen ietwat vermoeid naast een andere boom. Niet alleen op horizontaal vlak zijn ze bewogen, ook verticaal. Een langere gedaante met verlengde oren kijkt op. “Mooi. Goed dat jullie er zijn.” Klinkt het vervolgens als het vierde lid van de groep opstaat en zich bij het drietal voegt.

Nevynn neemt een stapel aantekeningen van de tafel naast hen. De symbolen op het perkament zijn in haastige (voor Elven begrippen) vegen geschreven. “Ik heb een manier gevonden om naar het eerste Anker te komen. Binnen enkele dagen zal de lijn tussen Kederan en die betreffende gauntlet het mogelijk maken om er met zekerheid heen te reizen. We gaan daarvoor wel hulp nodig hebben van een verscheidenheid aan personen, want het Anker wordt goed bewaakt.

Draxus werpt een blik langs de combinatie van gecodeerde tekens en knikt. “Wellicht dat de veelzijdigheid van de inwoners van Terra Nova Fertilis ons doel van dienst kan zijn.” Hij kijkt de woudelf aan. “Ik moet echter zelf elders heen voor deze missie, in opdracht van de Alathea zelf. Neem jij dit deel van het plan dan verder op, Nevynn? Jouw expertise met magie gaat hierbij bovendien van groter belang zijn.

Akkoord. Zit, dan zal ik het plan verder uitleggen voor u allen…” Nevynn wenkt naar de tafel aan de andere zijde van haar boomhut. Eenmaal aan tafel worden de benodigde spreuken en gebeden aangeroepen om ongestoord het plan te kunnen doorspreken en het is al ver in de avond als hun wegen scheiden.