Wren hupste over de tak om een beter beeld te krijgen van wat er aan de hand was. Met nieuwsgierige en voorzichtige blik op het vogelachtige gelaat volgde de ogen de stoet die zich onder de bomen door bewoog. De Koningin was bezig met haar gebruikelijke wandeling door de tuinen van het Droomhof, maar het plezier dat ze hierin had leek deels vergaan.
Het was lang geleden dat de sfeer aan het Hof zo gespannen was. Natuurlijk was het verlies van de Droomheer groots, al durft eigenlijk niemand dat hardop te zeggen in het bijzijn van de Koningin. Toch lijkt er nu wat anders aan de hand te zijn. De koningin begaf zich zelden meer alleen ergens naartoe en de redcaps en andere droomwezens die in haar gevolg meegingen, waren zelfs vaak bewapend. Het was als Pookah niet aan Wren om te weten wat er precies allemaal gebeurde aan het Hof, maar deze ontwikkeling was toch zeker zorgelijk te noemen.
Voor de wezens op Kederan waren er nu enkele weken voorbij gegaan sinds hun geliefde Koningin zich plots zo is gaan gedragen. Ze had altijd meer affiniteit gehad met de nachtmerries die plaatsvinden in de Droomwereld, maar zelfs die leken… anders nu.
Tussen de dienaren van de Koningin gingen geruchten dat er op verafgelegen oorden delen van de Koningin waren gestolen of zelfs kapot gemaakt. Voor Wren was dit ondenkbaar. Zowel de gedachte dat iemand dat hun Koningin aan zou doen, als dat het mogelijk zou zijn om een deel van haar kapot te maken. Eens te meer reden, zo spraken ook de redcaps, om die amuletten die de Koningin zoekt te vinden. Wellicht dat daarmee ook de Vrouwe weer zichzelf kon zijn.
Wren besloot om de stoet nog een stuk te volgen en fladderde achter de groep aan. Onder hen veranderde de tuinen met iedere paar stappen die de Koningin zette. Vele dromen werden bezocht en vrijwel direct weer verlaten omdat ze te vrolijk leken te zijn. Een somberder gevoel bleef achter in iedere droom en Wren voelde de energie van de nachtmerries neerdalen na ieder bezoek. Het deed de Vrouwe duidelijk goed en na het verlaten van de laatste droom op de tocht belandde de stoet weer terug aan het Hof, in de kleurrijke en fantasievolle weelde die Wren ervan gewend was. Ze nam plaats op een luxe troon die ter plaatse verscheen en één van Wren’s beste vriendjes, Vaughn, plofte neer in haar schoot in de vorm van zijn gebruikelijke hond. Een zucht van rust gloeide uit de Koningin.
Vanuit een portaal dat alle kleuren van de regenboog in zich had, verscheen een redcap en een mens. De redcap viel ogenblikkelijk op zijn knieën op het moment dat hij merkte dat hij in het bijzin van zijn Koningin was en forceerde de ander om hetzelfde te doen. Wren nam plaats op de kruin van een bonte paarse struik. Te ver weg om de woorden op te vangen, maar in deze wereld was emotie sowieso een eenvoudiger communicatiemiddel dan het gesproken woord.
Wat de mededeling ook was, er zat duidelijk geen positieve boodschap in. De fauna om de Koningin heen verloor met iedere minuut een beetje meer van de kleur. Het gesprek werd bijgestaan door beeltenissen van een aantal wezens van op Kederan. Wren herkende een aantal daarvan die eerder op audiëntie waren gezien.
De stilte die volgde was haast aan te snijden. Alles en iedereen om de Koningin en het duo voor haar voeten was stil en niemand durfde een spier te bewegen. De redcap in het duo stond op en met een enkel handgebaar van de Koningin verscheen in zijn handen een grote bijl, met een mesblad ter grootte van de romp van de man die naast de redcap knielde. Wren had het model ooit één keer gezien in de handen van een mens op Kederan toen hen gevraagd was om gasten voor de audiëntie op te halen. Een ijzige kou gleed over de menigte zodra de redcap het wapen boven zijn hoofd hief. De man aan de voeten van de Konigin leek bevroren in angst.
In een enkel ogenblik raakte de bijl de grond en veranderde de gehele omgeving in een dorre woestenij door de kracht van de emotionele uitbarsting vanuit de Koningin.
Wren vloog zo snel als mogelijk op en weg met een enkele gedachte: “Moet die amulettten vinden!”