2e Tsordag Halitta 580
De voorjaarszon straalt bleekjes door het wolkenpak boven een groep van tien reizigers. Acht van hen zijn ruiters op hun eigen paard. De overige twee hebben plaatsgenomen op en in een huifkar, één op de bok, de ander tussen de goederen.
Een korte afstand verderop reiken de rookwalmen van een groots vuur al boven het reeds afgeronde deel van een aarden wal.
Thomas gebaart met een opgestoken vuist naar de overige leden van zijn karavaan, als hij de staken met hoofden van allerlei wezens ziet staan, in de onderbreking van deze wal. Vol walging kijkt Thomas enkele seconden naar de rottende stukken vlees en plassen met bloed die aan en bij de staken liggen.
“Ho, we zijn bij de grens van Terra Nova Fertilis. Vanaf hier gaan we extra maatregelingen moeten treffen. Niet iedereen die hier aankomt, gaat hier ook weer levend weg.”
Hij haalt de sluiting van een met leer omhulde buis en schud de inhoud leeg in zijn hand. Zodra hij het eerste perkament openrolt, begint hij de tekens der magie te lezen en start zijn incantatie.
“De Aarde beschermt met de kracht van haar mystieke shirt”.
De tekens op het perkament gloeien bruin op en de energie glijdt naar de handelaar in de huifkar toe. Om de handelaar in de huifkar heen, verschijnt een semi-transparante laag van bruine energie en het perkament lost op in de energie.
Thomas knikt naar de handelaar en vervolgt zijn werk bij de anderen. In de groep van bewakers is hun Aardemagiër, Sebastijn, eveneens bezig om de overige leden van de groep van magisch pantser te voorzien.
Zodra zowel Thomas als Sebastijn klaar zijn met het groepje, keert Sebastijn zich naar zijn aanvoerder haalt een perkament uit zijn buidel met duidelijk meer en ingewikkeldere tekens. “Dit pantser, vaardig gemaakt. Dat het leven van haar drager bewaakt. Zal dienstdoen in iedere tijd. Eender waar haar drager dan strijdt.“
Heldere bruinrode lichteffecten schieten tussen de metalen schubben op het pantser van Thomas, welke zich verbinden en een web vormen over alle delen van diens uitrusting.
Thomas en Sebastijn bestijgen hun paarden en de reis vervolgt zich voorbij de wal, voortdurend hun neus en mond bedekkend voor de stank die van de staken afkomstig is. Enkele ogenblikken later draaien ze met het pad mee de hoek om, recht afstevenend op The Lofty Chalice.
Enige afstand naast de weg ziet het gezelschap een man, in bijna geheel zwarte kledij, gehurkt zitten. Voor hem liggen een aantal netjes geordende restanten van mensachtige lichamen, wat gereedschap en pantser. Naast hem staat een wezen in volledig zwarte uitrusting, met een diepe kap over het hoofd.
De man recht zich op en begint langzaam met een duidelijk geoefende precisie, energie uit zich te laten vloeien, welke neerdaalt op de grond. Symbolen verschijnen, gevormd uit de zwarte magische energie en de man begint in een lage keelklank lettergrepen te spreken die niet tot de reguliere spreektalen behoren.
De karavaan houdt wederom stil en de handelaar steekt weifelend zijn hoofd langs de bewaker op de bok.
“Wat is er nu aan weer aan de hand?! We reden net weer 2 minuten…!”
“Sorry meneer, maar wij vertrouwen dit niet helemaal” antwoordt Thomas zonder om te kijken. Zijn hand is ondertussen naar de dolk aan zijn zadel gegaan en haalt deze langzaam uit de schede. Baetrisyl, de aanwezige Watermagiër, spoort haar paard aan om zich in lijn te zetten tussen het schouwspel en de groep. Ze begint langzaam energie te verzamelen en enkele woorden die duiden op het ongedaan willen maken, van eender welk effect hun kant op komt, zijn te horen in haar melodische stem.
Na een paar minuten stopt de man bij de rituele plaats met praten en lichten de symbolen een aantal keer fel op, waarmee ze even het licht uit de omgeving lijken te onttrekken.
Het is even doodstil en iedereen bij de huifkar houdt vol spanning hun adem in.
Dan beginnen de botten en andere restanten op de grond te bewegen. Ze worden verbonden via de zwarte magische energie en met tergend langzame bewegingen staan ze op en grijpen het pantser en gereedschap. Vervolgens vertrekken ze richting de aarden wal.
De man kijkt op van zijn ritueel en werpt een blik naar de groep die hij nu in zijn ooghoeken ziet staan. Het merendeel van de reizigers bij de huifkar staan als versteend, en met afschuw en walging in hun ogen. Rustig en met een kleine glimlach kijkt de man van hen naar zijn creaturen en weer terug. Hij stapt met langzame en behouden pas op hen af.
“Hi, mijn naam is Xecon Lionheart. Welkom bij Terra Nova Fertilis!”